In haar boek “Technological Revolutions and Financial Capital” (2002) beschrijft de Venezolaanse sociaal-econome Carlota Perez hoe economische golfbewegingen – die zich om de 60 jaar voordoen (de zogenaamde Kondratieff golven) – worden veroorzaakt. Zij borduurt met haar onderzoek voort op Schumpeter’s “creative destruction”. De golfbewegingen worden veroorzaakt door de introductie van een nieuwe technologie. In totaal onderscheidt Perez een zestal van deze bewegingen, waarbij technologieën als water, stoom, energie en olie aan de wieg staan van deze golfbewegingen.
Op dit moment zitten we middenin de vijfde golf die op haar beurt veroorzaakt wordt door informatietechnologie. Iedere golfbeweging voldoet aan een aantal wetmatigheden en doorloopt volgens Perez een tweetal fases: de installatieperiode waarin een nieuwe technologie zich aandient, zich vermenigvuldigt, de heersende logica van innovatie verandert, een nieuwe infrastructuur vestigt en bestaande industrieën moderniseert. Deze periode wordt gekarakteriseerd door ongebreidelde vrije markten; ze wordt ingeleid door een financieringsgolf en eindigt in een grote financiële zeepbel en het klappen daarvan. Hierna volgt de uitrolperiode waarin de eerder gelegde infrastructuur pas wordt benut. Was in de installatieperiode sprake van een technologische revolutie, in de uitrolperiode vindt een institutionele revolutie plaats. Ieder aspect van het oude systeem moet worden herzien. Het is een paradigma wisseling van jewelste.
Versnelde verandering is de enige constante
Niet voor niets zegt Kevin Kelly in zijn artikel “You Are Not Late” dat we nog maar aan het begin staan van deze enorme transformatie: “The internet is still at the beginning of its beginning. […] The last 30 years has created a marvelous starting point, a solid platform to build truly great things. However the coolest stuff has not been invented yet — although this new greatness will not be more of the same-same that exists today. It will not be merely “better,” it will different, beyond, and other.” John Hagel, auteur en de oprichter van het Deloitte Center for the Edge Innovation, sluit in zijn blogpost “The Disruption Debate – What’s Missing?” naadloos aan op de woorden van Kelly: “Digital technology is different – in fact, it’s unprecedented in human history. It’s the first technology that has demonstrated sustained exponential improvement in price/performance over an extended period of time and continuing into the foreseeable future. […] So, there’s no stabilization in the core technology components of computing, storage and bandwidth. […] And therefore there’s no stabilization in terms of how companies can use this technology to create and capture value.”
De uitrolperiode, de tweede fase in het techno-economische raamwerk van Perez, ziet er dus anders uit dan in de voorgaande golfbewegingen. De uitrolperiode kan niet plaatsvinden omdat digitale informatietechologie voor continue verandering zorgt. Bedrijven moeten zich dus voortdurend aanpassen. Sterker nog, zegt Hagel, exponentieel groeiende digitale technologie heeft ook zijn effect op andere aanpalende technologieën. Informatietechnologie opereert transsectoraal, hetgeen voor nog meer disruptie zorgt: “But there’s more. This exponentially improving digital technology is spilling over into adjacent technologies, catalyzing similar waves of disruption in diverse arenas like 3D printing of physical objects, biosynthesis of living tissue, robotics and automobiles, just to name a few. The advent of exponentially improving technologies in an expanding array of markets and industries only increases the potential for disruption.”
In het boek “Exponential Organizations” (2014) spreekt auteur Samuel Ismael in dit kader over “an information-based paradigm […] the physical world is still there, of course, but our relationship to it is changing fundamentally. […] We are rapidly changing the filter through which we deal with the world from a physicial, materially based perspective to an information-and knowledge based one.” Elke domein dat gedigitaliseerd kan worden, springt direct op de sneltrein van Moore’s Law en volgt het exponentiele traject dat verstrekkende disruptieve gevolgen heeft.
Naast exponentieel groeiende technologie onderscheidt Hagel nog een tweede kracht die de druk op de ketel nog meer opvoert. De Platformeconomie ontregelt de bestaande economie nog meer. Bedrijven als Uber, Airbnb, Github, maar ook een protocol zoals Bitcoin of Ethereum, laten een toekomst zien die dankzij de democratisering van informatietechnologie decentraal georganiseerd is, waardoor de controle niet langer bij grote bureaucratische organisaties ligt, maar bij de consument. In deze platformeconomie gaat het niet langer om producten, maar om services die toegang geven tot deze producten. Het gaat dus niet om bezit, maar om toegang. Reputatie is hierbij het nieuwe ruilmiddel.
Het is een radicaal andere wereld waarbij grote, logge bedrijven niet langer nodig zijn: “These two forces – exponentially improving technology and economic liberalization – are combining to create environments that are increasingly vulnerable to disruption. In economic terms, they are doing two things. First, they are systematically and substantially reducing barriers to entry and barriers to movement on a global scale. Second, exponentially improving technology is offering untapped capabilities that can be a catalyst to fundamentally re-think business models and institutional arrangements.”
De toekomst die Hagel schetst komt overeen met de denkbeelden die de econoom Robert Gordon heeft over economische groei. In het artikel “Is U.S. Economic Growth Over?” zegt Gordon het volgende: “that economic growth is a continuous process that will persist forever. There was virtually no growth before 1750, and thus there is no guarantee that growth will continue indefinitely … the rapid progress made over the past 250 years could well turn out to be a unique episode in human history.” Ook Gordon neemt dus afstand van het idee dat de geschiedenis zich herhaalt. De wijze waarop in de afgelopen 250 jaar onze samenleving en economie is ingericht, is in Gordon’s ogen een foutje in de geschiedenis van de mens.
Bits zijn de nieuwe atomen en atomen zijn de nieuwe bits
In het boek “Begin Digital” (1995) beargumenteert Nicholas Negroponte, de oprichter van MIT’s Media Lab, dat “bits de nieuwe atomen zijn”. Hij is van mening dat alle vormen van informatie die in atomen worden bewaard (boeken, CDs etcetera) uiteindelijk in bits zullen veranderen. In het boek “Free” (2009) beweert Chris Anderson, voormalig hoofdredacteur van het magazine Wired, het tegenovergestelde: “atomen zijn de nieuwe bits”. Volgens Anderson staan we aan de vooravond van een nieuwe Industriële Revolutie. Alles wat we nu bedenken en ontwerpen in de digitale wereld kunnen we vervolgens uitrollen en toepassen in de fysieke wereld.
Kijkend naar vijfde golfbeweging van Perez kunnen we zeggen dat we in de afgelopen dertig jaar, gedurende de installatieperiode, de infrastructuur (de digitale snelweg) hebben gelegd voor de digitale wereld. Het is de transitie van de atomen naar de bits. Technologische krachten zoals Social, Mobile, Analytics en Cloud (oftewel SMAC) zijn nu volwassen genoeg en komen tezamen om de overgang naar de uitrolperiode te realiseren. In andere woorden, de komende dertig jaar gaan we de digitale wereld in de fysieke wereld uitrollen. Van de bits naar de atomen. En deze nieuwe wereld ziet er totaal anders uit dan we gewend zijn. Dankzij digitale technologie kunnen we de fysieke wereld compleet anders inrichten en organiseren. We gaan van centraal naar decentraal. In de komende dertig jaar gaat het dus niet om een Digitale Transformatie, maar om een Fysieke Transformatie! De vraag is dan ook hoe deze nieuwe wereld, deze Nieuwe Normaal, er uit komt te zien. Is er überhaupt nog wel een plek voor bedrijven in deze wereld? Zijn ze in staat om nieuwe innovaties te omarmen en te incorporeren binnen hun eigen bedrijfsprocessen of worden ze door allerlei startups simpelweg overbodig gemaakt? Deze vragen houden tal van bedrijven en instituten bezig. Alex Wynaendts, de CEO van Aegon, uitte in mei 2014 in een interview met het Financieel Dagblad zijn zorgen over zijn bedrijf. Hij vraagt zich af of zijn bedrijf met meer dan 25.000 medewerkers in dienst over vijf jaar nog wel relevant is. Het is volgens Wynaendts letterlijk “veranderen of verdwijnen, dat is de keuze”. De eerste verschijnselen van deze nieuwe bedrijfsvormen zien we nu opdoemen. De Lean Startup, de Exponential Organization en Permanent Beta vertellen allemaal hetzelfde verhaal. Vraag is nu of jouw bedrijf dit verhaal wel wil horen. Het is Digitaal Darwinisme. Welke keuze maakt jouw bedrijf? Veranderen of verdwijnen?
Je verhaal is als een reis Sander. Ik heb hem nu drie keer gemaakt en hij wordt steeds boeiender. Mooie argumentatie richting Digitaal Darwinisme wat dus eigenlijk net zo goed gewoon ouderwets fysiek Darwinisme is. Toch?
@Wim. Dank voor je commentaar en toegestuurde verbeteringen! Ik twijfelde idd al over het gebruik van Digitaal Darwinisme. Het is Darwinisme!