In 1929 publiceerde de Hongaarse schrijver Frigyes Karinthy het boek “Everything is Different”. Dit boek was een verzameling van een aantal korte verhalen van zijn hand. Een van de verhalen was “Chains”. In dit verhaal werd voor het eerste de theorie “Six Degrees of Separation” geopenbaard.
Het idee achter deze theorie is eenvoudig. Iedere persoon op de wereld is in staat om met een onbekend iemand in contact te komen in maximaal zes stappen. Dit is simpelweg te realiseren door van het eigen netwerk gebruik te maken. Binnen het eigen netwerk ken je iedereen persoonlijk. Een van deze bevriende personen kent weer iemand die jij niet kent. Deze persoon kent weer iemand, enzovoorts, totdat de onbekende persoon binnen het groeiende netwerk valt.
Bovenstaande theorie en de groeiende markt van online communities zetten investeerder Reid Hoffman en studiegenoot Konstantin Guericke in 1997 tot denken aan. Hoe konden zij beide zaken optimaal combineren om zodoende een nog ontgonnen markt voor professionals te bedienen?
Het antwoord op deze vraag was LinkedIn, online sociaal netwerk dat zich specifiek richt op professionals. In 2002 bouwden Hoffman en Guericke met drie andere ontwikkelaars de eerste versie van Linkedin. Deze werd uiteindelijk in 2003 gelanceerd. In eerste instantie werd hun database gevuld met 350 contacten uit hun eigen netwerk. Al snel breidde dit aantal zich uit. Een jaar na lancering had Linkedin 560.000 geregistreerde gebruikers. In 2005 waren dit er 4,4 miljoen.
Het voornaamste doel van Linkedin is het opbouwen van een online netwerk van je eigen directe contacten (eerste lijn). Jouw contacten moeten ook hun eigen netwerk opbouwen (tweede lijn) en die mensen uit dat netwerk moeten dit ook weer doen (derde lijn). De tweede- en derde-lijns netwerken kunnen niet direct benaderd worden, dit kan alleen via een aanbeveling van iemand uit jouw eerste-lijns netwerk. Deze manier van aanbevelen voorkomt dat heel de wereld wordt lastig gevallen met het verzoek om een “relatie” aan te gaan. Het netwerk van Linkedin is gebaseerd op vertrouwen tussen de relaties onderling. LinkedIn neemt deel aan het EU Safe Harbor Privacy Framework.
Profielen binnen Linkedin zijn opvallend kaal. Ze bevatten geen foto’s of flitsende achtergronden a la Hyves. Profielen zijn slechts kaal uitziende cv’s. Deze bewuste kaalheid heeft geresulteerd in een tweetal effecten. Allereerst zorgt het ervoor dat Linkedin slechts professioneel wordt ingezet, er is geen ruimte voor toeters en bellen, hetgeen Linkedin sober houdt. Deze soberheid speelt Linkedin tevens parten. Hiermee belanden we op het tweede effect. Met het opengooien van Facebook als ontwikkelplatform heeft een grote groep mensen Linkedin verlaten. Het sociale netwerk Facebook gaf deze mensen meer mogelijkheden om met elkaar in contact te komen. Deze extra mogelijkheden ontbeert Linkedin voor als nog. In een reactie hierop heeft oprichter Hoffman aangegeven dat men er over nadenkt om Linkedin in het begin van 2008 ook open te stellen voor ontwikkelaars.
Echte zorgen zijn er nog niet. Linkedin groeit nog als kool. In 2006 bereikte Linkedin haar omslagpunt. In Amerika kregen professionals het gevoel dat het niet verstandig was om niet ingeschreven te staan bij Linkedin. Het zou wel eens business kunnen gaan kosten wanneer ze niet deel uitmaakten van dit professionele netwerk. Het aantal inschrijvingen nam explosief toe en de teller staat nu op meer dan 14 miljoen geregistreerde gebruikers wereldwijd. Deze gebruikers zijn afkomstig uit 150 industriëen en meer dan 400 economische regio’s.
Linkedin is niet alleen voor het onderhouden van contacten binnen het eigen netwerk. Linkedin heeft meer te bieden. Veel mensen gebruiken Linked om een baan te vinden. Veel recruiters speuren ook dagelijks het netwerk af om interessante kandidaten te spotten. Steeds meer werkgevers weten ook Linkedin te vinden om vacatures te plaatsen. Recentelijk heeft Linkedin nog een extra functionaliteit toegevoegd, waarmee gebruikers vragen kunnen stellen aan het netwerk.
Linkedin is gratis. Daarnaast biedt het ook verschillende vormen van betaalde abonnementen. Hoe meer je betaalt, hoe meer inzicht je krijgt in het netwerk. Zo kun je bijvoorbeeld mensen direct mailen, niet langer heb je dan een aanbeveling vanuit het eigen netwerk nodig. Ook biedt het betaalde abonnement meer mogelijkheden om in te kunnen zien wie het eigen profiel heeft geraadpleegd. Hetgeen natuurlijk handige informatie geeft over jouw persoon op de arbeidsmarkt.
Het aantal contacten dat iemand kan hebben is onbeperkt. Zodra men echter boven de vijfhonderd connecties uitkomt, dan schermt Linkedin deze af. Op deze wijze probeert men te voorkomen dat Linkedin niet een wedstrijd wordt: “Wie heeft de meeste contacten?”. De website toplinked.com houdt bij welke geregistreerde gebruikers de grootste hebben. In Nederland zijn dit Jan Mulder en Marjan Bolmeijer, beiden hebben 19.020 contacten.
In Nederland is Linkedin momenteel het grootste professionele netwerk. Sinds anderhalve maand heb ik zelf een profiel op Linkedin en dagelijks krijg ik van mensen uitnodigingen om toegevoegd te worden aan hun netwerk. Een effect dat voor velen herkenbaar is. Linkedin heeft ook in Nederland het omslagpunt bereikt. Concurrenten binnen Nederland zijn Ecademy, Doostang, XING, Plaxo, en Facebook.
@Sander: mag ik je prachtige stuk verrijken met een citaat uit de NRC Next van verleden week:
“Gemiddeld heeft een Linkedin-gebruiker 19 contacten. Om te voorkomen dat het een wedstrijdcontacten verzamelen wordt, schermt de site het aantal connecties af zodra dat boven vijfhonderd uitkomt.
Veel gebruikers die hun record willen melden, doen dat op de site toplinked.com. Volgens Linkedin doet het aantal er niet toe.
Kwantiteit is so five seconds ago, vindt het bedrijf. „Het gaat er niet langer om wie je kent”, zegt O’Donnell. „Het gaat er om wie zíj weer kennen.” “
@Jaap. Natuurlijk had ik het artikel uit de NRC ook gelezen. Het aantal van 19 contacten, alsmede de quote van O’Donnel kon ik nergens terugvinden op het web.
Wel kon ik in het artikel van CNN achterhalen dat het gemiddelde aantal contacten op 20 stond in 2005. “By 2005 there were 4.4 million. At that point the average person with 20 contacts had access to about 40,000 members within four degrees of separation.”