Mijn voorouders hadden het in vergelijking met ons relatief makkelijk. Slechts omgeven door een kleine groep mensen. Men wist wat men aan elkaar had. Middels een simpel handjeklap werden afspraken gemaakt. Geen televisie. We zaten aan de keukentafel. Daar ging het over alledaagse dingen. De pijntjes, de roddels en wat verder ter tafel werd gebracht.
Het leven industrialiseerde. We gingen naar fabrieken en kantoren. De televisie kwam. Het leven veranderde revolutionair. Zij kregen meer te vertellen. De media bespeelde de massa.
Nu staan we aan de vooravond van een nieuwe revolutie. Met de introductie van web 2.0. Sociale media, zoals blogs, wiki’s etc. bouwen we gezamenlijk een digitale keukentafel. En daar gaat het weer over ons. De roddels, de pijntjes en de passies. De massa is de media. Ik ben de media. Me the Media.
En organisaties zijn verrast als we op de digitale deur kloppen met onze klachten. Er zijn voorbeelden te over. Dell die haar consumentenbeleid aanpast, slotenmaker Kryptonite die al haar sloten moet innemen, UPC dat opeens kabels ging leggen nadat een redactrice van GeenStijl had geklaagd, speciaal gezant van de Verenigde Staten Jan Pronk die uit Soedan werd gezet vanwege een negatieve uitlating op zijn blog, Esmee Denters die Henk-Jan Smit overvleugelt met haar YouTube uitzending.
We staan nog maar aan het begin. Want binnenkort kunnen behalve U en ik ook alle voorwerpen een medium worden. Een auto die zijn achterligger laat weten dat bumperkleven not done is en een barkruk die laat weten wie er voor u op gezeten heeft. Alles om ons heen gaat babbelen. What’s next? De ultieme Babylonische spraakverwarring?
Wanneer alles en iedereen kan communiceren, verandert het bestaande media landschap. Het Me the Media tijdperk is aangebroken. Graag wil ik van u weten hoe u de toekomst voor zich ziet. Kunt u zich vinden in mijn schets? Overdrijf ik? Of stip ik het nog te lichtjes aan? Vertel het mij. De reacties staan voor u open. Praat met mij!
Beste Sander
Een interessante en scherpzinnige analyse met een uitdagende vraag. Het is inderdaad de vraag of de steeds meer verdwijnende grenzen en onmogelijkheden door nieuwe technieken en technologieën er ook toe zullen leiden dat de mens als individu steeds beter de interactie en communicatie kan bereiken met zijn omgeving waar hij naar op zoek is.
Hoe meer hij die omgeving inricht met technologie des te meer zal hij ook persoonlijk onbedoeld de technieken die daaruit ontstaan gaan gebruiken in zijn communicatie en interactie met de omgeving. Tijd,snelheid,effect en bereikbaarheid worden bepalend voor zijn normen, wensen en initiatieven. Deze dynamiek biedt ongekende kansen en mogelijkheden om deel te nemen aan (virtuele) gemeenschappen en overal mensen (virtueel) te ontmoeten.Ook wordt zijn bestaan makkelijker als het gaat om zaken die vroeger veel tijd en moeite kosten en nogal eens mislukten, bijvoorbeeld het vinden en uitwisselen van (beeld)informatie.
Maar als hij tegelijk steeds meer vervreemd raakt van zijn innerlijke drijfveren en wensen over de relaties die hij zoekt in zijn leefomgeving en die niet afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van technologie en technieken maakt hij zijn eigen tragedie.Hij lijkt dan steeds meer te verdwalen in een werkelijkheid waarvan hij meent dat hij zonder technieken en technologieën niet meer kan deelnemen.Dit betekent niet dat hij technologieën en technieken zou moet afwijzen. Zeker niet. Immers dan isoleert hij zich (van de dynamiek) van de werkelijkheid waarin hij zijn bestaan kan verrijken. Wanneer hij in staat is om zoek te blijven gaan naar wat hij waardevol vindt in zijn omgeving en zijn bestaan en ook bereid is te blijven onderzoeken op welke wijze hij daarbij beschikbare technieken en technologieën het beste kan gebruiken kan hij zijn eigen regisseur blijven. Zo maakt hij zijn eigen dynamische werkelijkheid waarin hij als individu en persoon ook zijn eigen inspiratie en voldoening vindt.
Sander,
Als je in ogenschouw neemt dat de meesten van ons krap 15 jaar gelden niet hadden kunnen en durven voorspellen hetgeen je nu als realiteit schetst, ga ik er van uit dat de toekomst er nog extremer gaat uitzien dan we nu verwachten. Techniek gaat een nog groter deel van ons leven bepalen. Dat is op zich een goede ontwikkeling. Me the Media draagt echter ook een aantal gevaren in zich.
Ten eerste het eit dat alles dat positief en ten voordele vanmensen gebruikt kan worden, ook op andere manieren ingezet kan worden. Big Brother leek een utopie, het is waarheid, en het kan uitgroeien tot iets dat buiten elke controle staat.
Maar het tweede gevaar is wellicht nog groter. De ontwikkelingen die je schetst zijn waarheid voor een groeiende, maar relatief kleine groep mensen, als je het op wereldschaal bekijkt. En dat willen we toch: de wereld als een “global village”? Als we niet in staat blijken te zijn om onze verworvenheden te delen met anderen, ontstaat er -wederom- een wereld van verschillende snelheden. Ongelijkheid is in het verleden de bron geweest van vele conflicten. Juist de technologie stelt ons nu in staat te delen. Niet enkel informatie, maar ook de media. Dat is een een uitdaging die we niet mogen vergeten, anders draagt m.i. de technische ontwikkeling de kiemjen in zich voor een grote “Kladderadatsch”, om maar eens een oude filosoof van stal te halen.
Natuurlijk zijn er ontwikkelingen gaande die een betere mondiale verspreiding beogen, maar, als we eenzelfde enthousiasme aan de dag zouden kunnen leggen om dat doel te bereiken, als we hebben om, pakweg, de wet van Moore telkens opnieuw te bewijzen, dan wordt Me and the Media daadwerkelijk We and the Media.
Sander.
Een boeiende schets, waarin je vast niet overdrijft. Naast alle positieve effecten bekruipt mij ook een zekere angst.
Namelijk hoe ik om moet gaan met “Me, the media”?
Is “ME” nog wel in staat zijn media te managen?
Worden we niet overstelpt met een giga hoeveelheid (non)info die via steeds meer kanalen wordt gedistribueerd? En worden we niet “gedwongen” daar zelf een steeds grotere bijdrage aan te leveren?
Hoeveel tijd houden we over om te léven? Worden we niet doof en blind voor al die informatiestromen?
Zo maar een aantal sombere gedachten bij mooie technologische ontwikkelingen.
Overdreven? Jazeker!
Meestal willen mensen leven, ze houden van sommige mensen en hebben een hekel aan andere, vaak willen ze meer macht of geld of imago… Dat is en blijft.
Daarbij kijken, luisteren, ruiken, proeven en voelen ze. Ook dat is een blijvertje.
Wij lijken heel erg op onze voorouders…
Mensen komen in contact met andere mensen. Er ontstaat dan vaak “communicatie”. Dat is niet eenvoudig. Er zijn taalproblemen en cultuurproblemen. Wat bedoelen we toch? En ook wel technische obstructies. Een hele context. En communicatie is gevoelig voor die context.
Communicatie vindt plaats over een kampvuur, een keukentafel, een iphone of een [voer hier uw favoriete gadget in).
De vraag, mbt nieuwe technologie, is dus vooral hoe we er onderling uit gaan komen wat die “nieuwe” context betekent voor onze gesprekken.
Standaard voorbeeld: SMS. Dit is een soort converstatiecontext. Vergelijkbaar met iemand passeren op straat en wat roepen. Als je je daarvan bewust bent werkt het meestal prima. Iemand ontslaan via SMS? Dat is niet netjes. Maar dat ligt niet aan de technologie. Dat ligt aan het niet begrijpen van de context. Iemand ontslaan bij het verlaten van de lift is ook niet netjes…
In één zin: de uitdaging is het goed aanpassen van nieuwe technologie aan de maat van alles: de mens.
En die is niet nieuw.
Ik vind de de door jou geschetste ontwikkelingen schitterend en zeker niet overdreven. Sterker nog wanneer we een betaalbare mobiele communicatieinfrastructuur hebben, de “achtergebleven” I/O apparaten(beeldscherm, toetsenbord, muis) vervangen door efficientere I/O-mechanismen (zoals wii-controller), zodat we echt snel en efficient kunnen communiceren, we echt een nieuwe dimensie erbij krijgen.
Het gebruik van deze nieuwe mogelijkheden zal met verstand moeten gebeuren en ook de keukentafel communicatie zal ook in de toekomst niet vergeten moeten worden.
Leuk verhaal! Informatie komt inderdaad uit vele bronnen, meer dan ooit. Communciatie wordt steeds laagdrempeliger. Mobiele telfonie, SMS, mail etc. Nog niet zo lang geleden regelde je afspraken via een moeizaam proces van overleg middels een secretaresse. Memo’s schreef je met de hand en gingen naar de type kamer. Nu regel je veel via de mail, een electronmisch agenda,IM etc. Stukken komen via plakken en knippen tot stand en het secretariaat bemoeit zich alleen nog met de vormgeving en soms de verspreiding. Je deelt documenten met anderen en brengt ze samen tot stand. Werk en informatie over dat werk (als voortgang)zijn binnen 1 proces geïntegreerd. Overleg kan op afstand en brengt werelden bij elkaar etc. Communicatie en informatieoverdracht worden steeds beter gefaciliteerd en op maat aangeboden. Straks kijk ik NOVA wanneer ik dat wil. Ik neem kennis van nieuws als ik daar behoefte aan heb. De krant verdwijnt of wordt nagenoeg gratis. TV volgens een rigide programmering verdwijnt. Ik kijk, luister, via een door mij gewenst kanaal (internet, mobiele apparatuur, TV)en op elke plek op de door mij gewenste tijd. Heimwee naar vroeger? Nee. De kwaliteit van leven in het verleden wordt schromelijk overschat.
Sander en anderen, Volgens mij staat en valt het concept ME & the Media niet zozeer met ‘de Media’ maar met de ‘ME’. Ik vind vooral de stelling van Gijs mooi ‘mensen komen in contact met andere mensen’. Dat is inderdaad waarom deze middelen werken, waarom men blogt (zoals ik nu), waarom mobiele telefonie zo’n hit is (hoeveel klets-gesprekken hoor je bv niet in de trein?). Mensen blijken een (eindeloze?) vertrouwen te hebben in mensen en vragen daarom (anoniem) hun mening over hun liefdesleven, hun aan te schaffen producten, de opvoeding van hun kinderen en hungezondheidsklachten. Anderzijds willen mensen van zich laten horen en hun mening geven.
Het babbelen zal dus nog even doorgaan denk ik en ik hoop dat we het steeds slimmer in zullen zetten (denk aan de gezondheidszorg!). Als je al ziet hoe soepel iedere nieuwe generatie omgaan met telkens meer media, denk ik dat de mens een soort instinct zal ontwikkelen waardoor hij weet wanneer wel of niet deze media te benutten en ze zal vervlechten door zijn leven en door ‘ouderwetse’ en alledaagse handelingen heen. Het is niet of-of.